Biersommelier Léon Rodenburg schittert in München
Nederland pakt brons op WK
Arvid Bergström hoopte op een Nederlandse finaleplek op het WK Biersommelier in München (zie Actueel, Hopster #11). Die wens van de voorzitter van het Nederlandse Gilde der Biersommeliers werd ruim overtroffen met het behalen van de finale door nationaal kampioen Hubert Hecker en zelfs een bronzen podiumplaats voor Léon Rodenburg.
Hopster belde voor de beloofde update in actuele rubriek in het magazine met Rodenburg, die drie dagen na het WK-succes ’s ochtends vroeg al weer mout stond te schroten in brouwerij De Magistraat in Almkerk.
Hallo Léon, gefeliciteerd met je bronzen plak! Hoe heb je ‘m dat geflikt?
“Tsja, da’s voor mij ook nog steeds een verrassing. We hebben er met z’n allen wel hard voor gewerkt. Doel was om in elk geval één Nederlander in de finale te krijgen. Dat het zelfs tot brons zou leiden had ik van tevoren niet durven dromen.”
Had je al vaker aan dit soort competities meegedaan?
“Het NK was mijn debuut. Ik ben ook nog maar sinds februari officieel biersommelier. Ik houd wel van een beetje competitie, maar ik vond het die eerste keer vooral ook leuk om andere sommeliers te leren kennen. Ik kende het kampioenschap alleen van de verhalen en die maakten me wel nieuwsgierig, Het leek me leuk om dat zelf ook eens mee te maken en het is sowieso goed om zo extra ervaring op te doen met het proeven.”
Je debuut ging gelijk lekker, want je veroverde een plek in de WK-selectie. Hoe was dat?
“Een geweldige ervaring. Ik wist niet wat ik precies kon verwachten. Op zich was ik blij dat ik door de voorronde was gekomen. Vervolgens moesten we in de halve finale in een shoot-out met een andere deelnemer een bier presenteren. Hartstikke spannend, zeker op het moment dat ik afgezonderd in een hokje moest wachten tot ik eindelijk aan de beurt was. Dat ik vierde werd vond ik mooi, maar dat ik daarmee me ook plaatste voor München vond ik nog veel mooier. Da’s toch echt het summum.”
​
Je zei dat jullie hard hadden gewerkt voor een finaleplek op het WK. Hoe doe je dat?
“Door veel te trainen. Op zich zat er weinig tijd tussen het NK en WK. Landen als Duitsland en Oostenrijk hadden veel meer tijd. Die gingen zelfs helemaal op trainingskamp. Wij hebben die maanden gebruikt om zoveel mogelijk te oefenen. Het proeven van de bierstijlen en de smaakafwijkingen is gewoon heel goed te trainen. Gewoon door het vaak te doen. De antwoorden zijn goed of fout. Het tweede onderdeel – het presenteren – is echt een jurysport. Dat is echt afhankelijk van het oordeel van de juryleden. Hoe waarderen die het?”
Kun je dat dan wel trainen?
“Zeker, want het helpt om het vaker te doen. Dan wordt het een soort tweede natuur. Als we voor een trainingssessie bij elkaar kwamen, dan sloten we meestal af met een presentatie van een bier aan elkaar. Het is goed om een vaste structuur in het verhaal aan te brengen, omdat pas ter plekke duidelijk wordt welk bier moet worden besproken. Dat kan ook zomaar een bier zijn dat je nog nooit hebt gedronken, maar evengoed kun je daar dan de jury in meenemen in je verhaal. Wat zie je qua kleur en schuimkraag, wat ruik je en wat proef je? En vervolgens kun je dan dieper ingaan door interessante informatie over de bierstijl erbij te geven, aangevuld met bijvoorbeeld een goede foodpairing.”
​
Ligt jou dat goed?
“Zeker, ik ben ook zelf brouwer, waardoor ik moet uitkijken dat ik mijn verhaal niet te technisch maak. Voor mijn andere parttime werk in de IT moet ik vaak presentaties geven, soms ook voor grotere groepen en in meerdaagse trainingen. Daar heb ik dus niet zo’n moeite meer mee. En doordat ik me op mijn gemak voel, kan ik mijn verhaal ook enthousiaster brengen. Dat helpt. Daarom maakte ik me op het WK dus ook veel meer zorgen over de voorrondes. Ik doe dit nog niet zo lang, waardoor ik lang niet elk obscuur bier al eens heb gedronken. Komt nog bij dat ze het extra moeilijk hadden gemaakt door ons vijf amberkleurige en vijf donkere bieren voor te zetten. Die moesten we combineren met de namen uit een lijst met dertig verschillende bierstijlen. En daar stonden dan ook veel zogeheten ‘valse vrienden’ tussen, oftewel stijlen die heel dicht bij elkaar liggen. Toen ik klaar was, leek het net als vroeger op de middelbare school na het maken van een proefwerk. Iedereen wisselde met elkaar de antwoorden uit. Daar zaten zoveel verschillen tussen, dat ik er bijna onzeker van zou worden. Uiteindelijk bereikte ik met de zesde plaats de finale.”
En toen moest je sterkste onderdeel nog komen: het presenteren?
“Zo zou ik dat ook niet willen noemen. Normaal voel ik me daar inderdaad redelijk comfortabel bij, maar met al die beroemde mensen uit de bierwereld in de zaal, werd ik toch steeds nerveuzer. In de jury zaten allemaal aansprekende personen, terwijl ook de eerste wereldkampioen van 2009 aanwezig was, net als Georg Schneider, de zevende generatie van Schneider Weisse brouwerij… Ik wilde niet voor hen niet voor schut gaan. En dan ook nog bedenkend dat er via de livestream ook nog heel veel mensen meekijken, waaronder familie, vrienden en bekenden... Dat zette de druk er wel op. Maar toen ik één keer op het podium stond viel dat van me af en wilde ik echt vlammen.”
​
En hoe ging dat?
“Ik was blij dat ik al als derde finalist had geloot. Bij elke plek hoorde een bier. De wedstrijdleiding pakte de koker weg die over de fles stond, waarna de tijd in ging. Ik kreeg de Samuel Smith Imperial Stout, die ik nog nooit had gedronken. Hij is maar 7 procent in alcohol, en dat is anders dan de hoge percentages van de moderne units Imperial Stouts die tegenwoordig vaak worden gebrouwen. Ik vertelde iets over de geschiedenis dat het eigenlijk een sterke Porter was, daar staat de term Stout namelijk voor. Het is ontstaan in de havens en zo rondde ik het verhaal langzaam af. Eerlijk gezegd weet ik ook niet helemaal precies meer wat ik allemaal heb gezegd. Ik raakte in een soort trance. Toen ik de zaal ging zitten, kreeg ik wel al veel enthousiaste reacties, ook van deelnemers uit andere landen.”
Had je zelf ook een goed gevoel?
“Ik had geen idee hoe diegenen het voor me hadden gedaan, maar die reacties gaven me wel vertrouwen. Toch blijft het lastig in te schatten. Sommigen hebben zeker een goed kloppend, verhaal maar brengen dat redelijk staccato over. De score wordt opgebouwd uit verschillende onderdelen: de performance is met 40 procent het belangrijkste. Dat gaat van het inschenken tot en met de manier van vertellen, het achtergrondverhaal over het bier en de stijl telt mer voor 30 procent, 20 procent gaat naar de smaak- en geurbeschrijving en nog 10 procent voor de passende foodpairing.”
​
Hoe lang duurde het voor de uitslag bekend was?
“Best lang. In het begin had ik dat nog niet zo in de gaten. We dronken een biertje in de lobby en toen de viel de meeste spanning wel van me af. De jury had onderling blijkbaar een stevige discussie over de rangschikking dus na een tijdje namen de zenuwen toch weer de overhand. Zeker toen we weer in de zaal zaten. Alleen de drie best geklasseerden worden genoemd, de rest is gedeeld vierde. Toen de nummer drie werd aangekondigd, vertelde de presentator dat het een land was met mooie stranden… Toen begon het al te kriebelen, maar ook de Braziliaanse delegatie begon alvast te juichen. Zo werd de spanning steeds verder opgebouwd, tot er iets werd gezegd over ‘het land van de jenever’, toen kon het niet anders dan dat we met Nederland het podium hadden behaald. Iedereen begon al te schreeuwen en te springen. En vervolgens werd mijn naam genoemd. Een onwerkelijke ervaring.”
En toen dus het podium op. Hoe was dat?
“Da’s echt magisch, de prijsuitreiking. De beker had de vorm van een heel groot Rastal-glas. Dat is de sponsor van het evenement. Daar moest natuurlijk bier in worden getapt om het te vieren. Het voelde echt even alsof ik een ster was. Allemaal fotografen in de zaal en iedereen die met je op de foto wil. En Georg Schneider die nog een praatje kwam maken. Zoiets maak je niet elke dag mee. Sterker nog het was voor mij de eerste keer. Niet lang daarna ontplofte mijn Whatsapp van alle berichten. En ook op Facebook en Instagram stroomden de reacties binnen. Veel mensen hebben meegekeken en meegeleefd. Ook bij De Magistraat. Da’s natuurlijk ook geweldig. Maar zoals voetballers ook vaak doen in de nabeschouwing, wil ik wel graag benadrukken dat dit echt een teamprestatie is. We hebben elkaar scherp gehouden en beter gemaakt. Van het Gilde waren er ook vertegenwoordigers mee, die ook hebben bijgedragen aan een perfecte voorbereiding.”
En nu, drie dagen later sta je dus alweer bier te brouwen. Met beide benen op de grond?
“Na alle heisa is het wel lekker om weer het ‘gewone leven’ op te pakken. De brouwerij was nog wel versierd met slingers en ballonnen en er stond een taart klaar. Maar om half acht stond ik weer lekker mout te schroten.”
Willen we alleen nog even weten: wat zit er in de ketel?
“Ons witbier, De Heemraad. Gebrouwen met gerste-, tarwe- en havermout, waardoor het bier zijn witte, lichttroebele kleur krijgt. Koriander en sinaasappelschil geven hem een frisse kruidigheid…”
​
Oww, we horen het al. Je zit nog steeds in de sommeliersmodus…
“Haha. Na zo’n enerverend evenement zindert dat inderdaad nog wel even na.”
​
Begrijpelijk. En nogmaals gefeliciteerd. Hier mag jij, De Magistraat, maar eigenlijk heel bierminnend Nederland trots op zijn.